Sicilië
May 2nd 2007PaulReisverslag
Op 4 april hebben we met de ferry van rederij BluVia de oversteek van Villa S.Giovannni (Calabrië) naar Messina op Sicilië gemaakt. De overtocht verliep op z’n Italiaans maar toch wel redelijk vlot. De ferry bracht ons helemaal naar de zuidkant van Messina, hierdoor hoefden we niet door het drukke centrum. Omdat we wat van de omgeving wilden zien besloten we niet via de autoweg richting Catania te rijden. Dat was een minder goede beslissing. De provinciale weg liep dwars door de smalle straten van de vele plaatsen waar we door moesten. Op sommige plaatsen werd het wel heel erg smal, er was bijna geen doorkomen aan. De rechter spiegel kreeg een klap van een enorme cactus maar deze kon zonder schade weer goed gezet worden. Bij de eerst volgende gelegenheid hebben we toen toch de tolweg maar genomen.
Taormina
De eerste plaats waar we een tijdje gestaan hebben is Giardini Naxos, 5 km. ten zuiden van Taormina. Op de camperplek (Eden Parking) kregen we van de eigenaar sinaasappels en citroenen als welkoms geschenk op Sicilië. Op Sicilië groeien deze op heel veel plaatsen, overal zag je boomgaarden met de oranje en gele vruchten.
Op zaterdag zijn we met de bus naar het hoog gelegen Taormina gereden. Dit prachtige stadje was zeer de moeite van het bezoek waard. We hebben daar o.a. het, 300 jaar v.C. door de Grieken gebouwde, theater bezocht.
Etna
Op 2e paasdag zijn we naar de Etna gereden. Deze vulkaan zagen we steeds al liggen, al was hij vaak door de wolken slecht zichtbaar. Tijdens de rit omhoog werden we door een Italiaanse collega camperaar bijna van de weg gereden. Bij het ontwijken raakte ik nog net even de vangrails, waardoor onze Hymer een paar krassen rijker werd. Boven aangekomen lag er nog flink wat sneeuw. Om de krater te kunnen bezoeken moet je met een gids nog een stuk verder omhoog, dit leek ons echter niet zo’n goed idee en hebben het daar maar bij gelaten.
Catania
Vanaf de Etna zijn we naar Catania gereden en hierbij kwamen we bijna klemvast in de paasdrukte te zitten. Weer ontzettend smalle straatjes met veel verkeer en dat weggedrag van die Sicilianen is om helemaal gek van te worden. Ook hier liep onze Hymer weer een paar krassen op toen een poging om te keren een beetje mis ging. Na een hele tijd zijn we tenslotte toch op de camping in Catania aangekomen. Erg veel plaats was er op deze camping niet maar na zo’n reis is elke plek al snel OK.
Catania is de op één na grootste plaats van Sicilië en was de moeite van het bezoek zeker waard. Ook hier zijn we weer met de bus naar het centrum gegaan. We waren diep onder de indruk van de behendigheid van de buschauffeur. Hij reed moeiteloos en met heel veel geduld door de smalle straten, waar de auto’s schots en scheef geparkeerd stonden. In het centrum hebben we o.a. de Duomo bezocht en zijn we op een erg leuke markt geweest.
Siracusa
Na Catania zijn we doorgereden naar Siracusa (Syracuse). Dit is een mooie stad om te bekijken en gold in de oudheid als een van de mooiste steden op aarde. Uiteraard hebben we ook hier weer de Duomo bekenen, deze was vooral aan de binnenkant erg mooi. Na 2 dagen op de prima camperplaats (met de typisch Italiaanse naam: ‘August van Platen’) gestaan te hebben zijn we naar een camping in Butera gereden, waar we één nacht hebben doorgebracht.
Agrigento
Van Butera zijn we naar de zuidkust van Sicilië gereden. Ten zuiden van Agrigento hebben we de Valle di Templi bezocht. Hier staat een verzameling Griekse tempels welke 500 v.C. gebouwd zijn en er enkele nog in vrij goede staat zijn. We zijn er inmiddels van overtuigd dat, als je Griekse tempels wilt zien, je niet naar Griekenland maar naar Sicilië moet gaan!
Na dit bezoek zijn we stukje door gereden naar Montallegro, waar we bij toeval een erg fijne plek aan zee vonden. Hier zijn we vier dagen gebleven, lekker gewandeld, aan zee gelegen en verder niet veel gedaan.
Selinunte
Hier zijn, over een groot oppervlak verdeeld, weer de nodige resten van Griekse bouwwerken te vinden. Hier kun je, als je wilt, een hele dag rondwandelen om alle historische plekken te bezoeken. Je kunt je ook door een soort treintje rond laten rijden, maar dat leek ons niet zo geslaagd. Inmiddels hebben we zoveel ‘oudheid’ gezien dat we besloten hebben het hier maar bij te laten.
Van Selinunte zijn we de volgende dag naar het meest noordelijke punt van Sicilië gereden. In San Vito lo Capo hebben we drie dagen op een parkeerplaats aan zee gestaan: heerlijk!
Oliveri/Tindari
Van San Viti lo Capo wilden we naar Monreale bij Palermo. Hier is een erg mooie kathedraal welke we wilden bezoeken. We kozen ervoor om de provinciale weg te rijden wat weer ‘s de foute keuze bleek te zijn. In Monreale namen we kennelijk een verkeerde afslag waardoor we de kathedraal niet vonden en we weer ‘s klem reden in de smalle straten van dit dorp. Tenslotte kwamen we in de verkeerschaos van Palermo terecht. We waren na lang zoeken zo blij dat we de autoweg richting Messina gevonden hadden dat we Monreale en Palermo maar gelaten hebben voor wat ‘t is. Gaan we de volgende keer wel naar toe, je moet altijd iets overlaten voor een volgende keer.
Min of meer bij toeval zijn we aan het eind van deze dag gestopt in Oliveri, waar een prima camperplek bleek te zijn. De volgende dag hebben we daar door het nationale park Lachetto Marinello gewandeld.
De dag daarop zijn we, voor we naar Messina gingen om terug te varen naar het vaste land, naar het dorpje Tindari gereden. Dit ligt hoog boven Oliveri en hier staat een mooie kerk waarin prachtig mozaïek te zien is.
We zijn ruim drie weken op Sicilië geweest en dat is ons prima bevallen. Tijdens onze tour over dit eiland hebben we genoten van de prachtige natuur en we hebben veel mooie dingen gezien. De mensen zijn erg vriendelijk en altijd bereid je te helpen. Zo stonden we bijvoorbeeld op een afgelegen plek aan zee. Er was daar alleen een restaurantje en verder niets. Om brood te halen moest je 10 km door de bergen fietsen. Daarom vroeg ik de eigenaar van het restaurant of hij misschien brood kon leveren. Helaas, dat had hij niet maar bood me spontaan de sleutels van z’n auto aan zodat ik het zelf in het dorp kon gaan halen. Ook kregen we gratis water van ‘m en vroeg me of hij de volgende dag brood voor me mee moest brengen. Gelukkig hadden we nog brood genoeg want het bleek dat hij de volgende dag vrij was en alleen voor ons zou zijn teruggekomen.
Ook hebben we hier veel aardige camperaars ontmoet waar we erg gezellig mee gepraat hebben en ons veel informatie gaven over de te bezichtigen plaatsen.